Van dad bod tot zaddy: 3 experts over de impact van social media-bijnamen voor mannen

Uit: Flair, week 24-2025

Hij heeft een buikje: dad bod. Ouder en sexy: zaddy. Iets weg van een rat maar toch charmant? Hot rodent. Leuk toch, die bijnamen voor mannen? 

Laat het maar aan internet over (en aan de Amerikanen, eerlijk is eerlijk) om elk kwartaal een nieuwe taal te ontwikkelen die vervolgens viral gaat. Maar online hypes ontstaan met een reden: ze resoneren met het publiek.


Zo ging dat ook in 2015, toen de destijds negentienjarige Mackenzie Pearson een blog schreef op Odyssey met de titel Why girls love the dad bod. Volgens haar voelen vrouwen zich meer aangetrokken tot mannen met een lijf dat balanceert tussen bierbuik en gespierd. Haar gedachtegoed werd razendsnel opgepikt en niet veel later werd de term bediscussieerd in New York Magazine en The Washington Post.

Dad bod

Tien jaar later is de uitdrukking behoorlijk gevestigd, want zeggen wij dad bod, dan weet jij precies wat ermee wordt bedoeld. Sindsdien zijn er nog meer termen ontstaan om bepaalde type mannen te duiden. Ze worden vaak toegepast op bekende Amerikaanse acteurs en leiden dankzij TikTok helemaal een eigen leven.

Zo is acteur Pedro Pascal het toonbeeld van een zaddy en Timothée Chalamet een typische hot rodent boyfriend. Opvallend aan deze termen is dat al deze mannen als sexy worden bestempeld, omdat ze juist afwijken van de stereotiepe knappe man (denk Brad Pitt).

Mannen die niet zo veel sporten en aanzienlijk genieten van drank en eten, oudere mannen, mannen die mager zijn en iets weg hebben van een knaagdier. De termen zijn liefkozend bedoeld, maar kunnen ook rekenen op kritiek, want het is nog altijd wachten tot de mom bod als sexy wordt beschouwd. Laat staan een oudere vrouw. Laat stáán een vrouw die lijkt op een capibara.

Dat er met twee maten wordt gemeten is allang helder, maar voordat er nog meer sexy dieren de wereld worden ingeslingerd: wat doen deze bijnamen eigenlijk met de psyche van de man?

Patrick van Veen, gedragsbioloog:

“Vrouwen worden al sinds de vorige eeuw met een schoonheidsideaal als norm neergezet in bladen als Playboy. Dit fenomeen is veel nieuwer voor mannen. Eigenlijk pas sinds de opkomst van social media zijn er uiterlijkheden waaraan zij ‘moeten’ voldoen. Of een bijnaam als hot rodent of dad bod nou leuk of stom bedoeld is: uiteindelijk heeft het krijgen van een bijnaam bijna altijd een negatieve impact.


Omdat je als mens bevestiging wilt, ga je je gedragen naar het stereotype dat aan die bijnaam kleeft. En dat werkt weer streefgedrag in de hand. Of een bijnaam ook echt schadelijk is, verschilt per persoon. Voor iemand met een pestverleden kan het schadelijk zijn, omdat die ze herinnert aan het plaaggedrag van vroeger.”

Muriel Bakker, GZ-psycholoog:

“Ik denk dat we als mensen nooit helemaal stoppen met het hebben van een schoonheidsideaal. Het is een vorm van hokjesdenken en dat zit nu eenmaal in ons. Ik zie het wel als een goede ontwikkeling dat termen als hot rodent men of dad bod zijn ontstaan. 

Ik vind het ook niet seksualiserend, het is wat mij betreft juist heel positief dat er andere schoonheidsidealen komen. Ik denk dat het fijn is dat er ook mensen zijn die iemand met een knaagdieruiterlijk aantrekkelijk vinden, dat is namelijk niet iets wat je in de sportschool kunt trainen. Dat geeft een signaal naar mannen: ook zonder sixpack of strakke kaaklijn kun je aantrekkelijk zijn. Je hoeft jezelf niet zo krampachtig in een of ander ideaal te manoeuvreren.” 

Patrick Antwi van Emancipator (organisatie voor mannen en emancipatie):

“Met termen als dad bod maak je ruimte voor een type man dat afwijkt van de conventioneel aantrekkelijke man, ik zie dat echt als een viering van diversiteit.

Er werd voorheen weinig geschreven over mannen die wat dikker waren of niet zo gespierd. Dat zaddy en hot rodent men zo hard gaan op sociale media vind ik echt een positieve trend, de wereld moet zo inclusief mogelijk zijn voor alle soorten mensen, ongeacht hun leeftijd of vorm.

Ik zie niet in hoe zulke termen kunnen leiden tot een persoonlijke crisis: hoe meer mannen zich kunnen herkennen in al die termen, hoe beter. Van objectificatie is op dit moment geen sprake, mannen blijven – helaas – machtiger en de male gaze is nog altijd dominant in de samenleving. Daarnaast worden deze termen nu vooral liefkozend gebruikt om aan te geven dat er liefhebbers zijn van meer dan één type man.”